Radartjes op mijn stageplaats
Graag wil ik een inkijkje in mijn ‘grijze massa’ kunnen geven,
dus heb ik een poging gedaan en het een beetje in dit gedicht beschreven. Momenteel wil ik mijzelf ontwikkelen en groeien in het CMV-beroep;
met mijn keus voor deze stage heb ik meteen een uitdagende doelgroep. Iedereen doorloopt individueel en gezamenlijk een proces,
waarin ik om probeer te gaan met ieders visie en mijn eigen positie & stress.
Prikkels verwerken gaat mij namelijk niet goed af, wat vaak resulteert in onvriendelijk geblaf.
Uiteraard vinden anderen dit helemaal niet fijn en daarbij doet het mijzelf natuurlijk ook veel pijn. Ik kan dit wel voorkomen door op tijd mijn rust en pauzes in te lassen, zodat het mij niet mijn kalmte zal doen verliezen en/of anderen zal verassen.
De groep kan me vragen stellen en me helpen te verwoorden wat ik bedoel;
deze combinatie an sich zorgt er al voor dat ik me begrepen voel.
Ik merk dan namelijk dat de ander zijn best doet het te snappen en juist zijn oordeel achterwege laat, zodat ik de kans krijg mezelf weer op te lappen en het ook zo weer over gaat.
Als ik merk dat mensen er direct een mening over hebben en mij daarom ‘degraderen’,
heb niet ik maar juist zijzelf nog een hoop te leren.
Omdat precies dit voor mij zo oneerlijk voelt, kom ik anders over dan ik eigenlijk had bedoeld.
Metacommunicatie en reflectie spelen een belangrijke rol,
tevens het op tijd af durven wijken van ‘het protocol’.
Bij mij gaat namelijk niets ‘zoals het hoort’ of hoe ik ‘t had bedacht,
daar langzaamaan de charme van kunnen inzien is mijn kracht.
Ik word intens verdrietig als ik hierop aangesproken wordt,
en als gevolg bouw ik onbewust rustig verder aan mijn onzichtbare fort.
Ik sluit me dus automatisch af voor die ander,
ik denk omdat er namelijk genoeg mensen zijn die willen dat ik verander. Tussen alle meningen en keuzes ben ik hard op zoek naar mijn eigen weg, toch laat ik me nog te veel beïnvloeden door wat een ander zegt.
Doordat ik een dynamische, jongvolwassen jeugd heb gehad,
is mijn beginpunt en leerproces anders dan waarin mijn gemiddelde studiegenoot zat. Enerzijds ben ik verder dan de rest maar helaas zijn bij mij zaken als planning nog niet op z’n best. Als begeleider kun je me dingen laten ervaren en meenemen aan de hand,
stimuleer me met complimenten en leg op de positieve kant.
Het bespreken van mijn ontwikkeling in leerdoelen biedt me inzicht,
noodzakelijk is daarbij wel het krijgen van opbouwende feedback op ‘t vervolg gericht.
Vanuit mijn ervaring heb ik een goed beeld van het perspectief van jongere en kind,
wat ik aanvul en onderbouw met kennis van school en wat ik in literatuur terugvind.
Op sommige vlakken is begeleiding dus overbodig en bij andere dingen heb ik het juist meer nodig.
Gelijkwaardig en gezamenlijk onderzoeken, met elkaar meedenken vanuit begrip.
Soms vragen: “Waarom doe je dat zo?”, is wat ik mee wil geven als tip.
Misschien helpt dit en wordt het onbegrip wat verzacht:
het is echt geen onwil. Het is onmacht.